Het nieuwe rijden
De afgelopen 10, 15 jaar is de vormgeving van personenauto’s onder invloed van windtunnels, veiligheidseisen en modetrends opvallend veranderd. Maar ook onder de motorkap hebben, onzichtbaar voor veel automobilisten, grote veranderingen plaatsgevonden: brandstofinjectie, motormanagementsystemen, verbeterde smeermiddelen en brandstoffen, en meer vermogen bij lagere toerentallen.
Al deze veranderingen vragen van de automobilist een aangepaste rijstijl. Maar in de praktijk blijven de meeste automobilisten rijden op een manier zoals zij dat 20, 25 jaar geleden hebben geleerd. Deze rijstijl was bedoeld voor auto’s met een andere motortechniek en is zodoende niet meer van deze tijd.De rijstijl van Het Nieuwe Rijden maakt optimaal gebruik van de voordelen die een moderne motor te bieden heeft. Het Nieuwe Rijden is daarom een plezierige en comfortabele rijstijl. Bovendien is het veilig en bespaart u brandstof. De uitgangspunten van Het Nieuwe Rijden zijn: vlot, veilig, comfortabel en energiebewust autorijden.
Het Nieuwe Rijden is echter meer dan alleen rijstijl. Het richt zich op vier elementen: Een belangrijk uitgangspunt van de rijstijl van Het Nieuwe Rijden is dat veiligheid steeds voorop staat. Gelukkig gaan bij Het Nieuwe Rijden milieu en veiligheid meestal ‘hand in hand’. Het Nieuwe Rijden heeft immers veel gemeenschappelijk met anticiperend, verkeersinzichtelijk en defensief rijden. Tijdens de gehele rijopleiding dient het leidend principe te zijn: veiligheid gaat boven alles. En dat geldt ook voor het praktijkexamen: de norm blijft hier ongewijzigd een veilige en verantwoorde verkeersdeelname.
– Rijstijl – Aankoopgedrag – Aankoopgedrag – Bandenspanning – Brandstofbesparende accessoires
Nieuw onderdeel: Zelfstandig route rijden:een kandidaat rijdt een deel van de examenrit zonder aanwijzingen van de examinator. Het ?zelfstandig route rijden? kan op drie manieren worden uitgevoerd: 1. naar een vast en bekend coördinatiepunt rijden; (vervalt per 1 maart 2009***) 2. meerdere routeopdrachten tegelijk (clusteropdracht); 3. met behulp van een navigatiesysteem (niet verplicht, wel te stimuleren***) De examinator De examinator bepaalt vooraf hoe de kandidaat het onderdeel ?zelfstandig rijden? moet uitvoeren. Dit meldt hij de kandidaat aan het begin van de examenrit. Als er geen navigatiesysteem in de lesauto aanwezig is, of als de kandidaat er niet mee heeft leren werken, dan beperkt de keus zich tot de eerste twee varianten. Het zelfstandig rijden zal minimaal tien tot maximaal vijftien minuten van het examen in beslag nemen. De totale examentijd blijft hetzelfde. Het bereiken van het juiste eindpunt is overigens geen doel op zich, wel de wijze waarop de kandidaat zijn verkeerstaak uitvoert.
Drie coördinatiepunten: Elke examenplaats telt drie coördinatiepunten. Deze punten zijn bekend bij de rij-opleiders, zodat kandidaten hierop kunnen oefenen. Het zijn markante plaatsen, zoals een winkelcentrum, een park of een kerk. Het examen kan beginnen met het rijden naar een coördinatiepunt, maar kan er ook mee worden afgesloten. De kandidaat krijgt dan de opdracht om vanaf een coördinatiepunt terug naar de examenplaats te rijden. **** (met ingang van 1 maart 2009 worden de vaste oriëntatiepunten afgeschaft, omdat dit in de praktijk onvoldoende blijkt te werken. Leerlingen oefenen deze punten zo vaak, dat van zelfstandig rijden geen sprake meer is. In plaats hiervan krijg je variabele ori?ntatiepunt(en) toegewezen, zodat dit beter aansluit bij de oorspronkelijke doelstelling.)
De clusteropdracht: betreft een gedeelte van de route. Deze opdracht is altijd beperkt in lengte en zal één of meerdere keren herhaald worden om te checken of de kandidaat het begrepen heeft. Het is een nabootsing van de situatie waarin de bestuurder de weg vraagt aan een voorbijganger en vervolgens krijgt uitgelegd hoe hij naar de gevraagde locatie moet komen. De reeks van routeopdrachten zal bestaan uit minimaal drie en maximaal vijf opdrachten.
Navigatiesysteem: Het rijden met een navigatiesysteem wordt alleen gevraagd als bekend is dat de rijschool hierover beschikt en de kandidaat hiermee heeft leren werken. Het kan in principe op ieder moment in het examen worden toegepast. Het blijkt ook voor anderstalige kandidaten een oplossing te zijn, omdat navigatie meestal in verschillende talen is in te stellen. Navigatieapparatuur in de examenauto is geen verplichting. *** (de hoop bestaat dat het laten vervallen van de vaste oriëntatiepunten per 1 maart 2009 het gebruik van het navigatiesysteem stimuleert; ook blijft het niet verplicht)
Bijzondere manoeuvres: Er is met opzet voor de term bijzondere moanoeuvres gekozen om het verschil aan te geven met de huidige bijzondere verrichtingen. Het vernieuwde rijexamen kent drie bijzondere manoeuvres: een omkeeropdracht, een parkeeropdracht en een stopopdracht.
Omkeeropdracht: Bij de omkeeropdracht krijgt de kandidaat al rijdende te horen dat hij de weg in tegenovergestelde richting moet gaan volgen. De kandidaat kiest zelf de plaats en de wijze waarop hij keert. Hij kan dit doen via een halve draai, steken of een bocht achteruit. De kandidaat moet laten zien dat hij op basis van een goede inschatting van de verkeerssituatie tot een adequate oplossing komt.
Parkeeropdracht: De examinator kan ook kiezen voor een parkeeropdracht in een straat of op een parkeerterrein. Hierbij krijgt de kandidaat de opdracht om de auto zo dicht mogelijk bij een opgegeven locatie te parkeren. Dit kan bijvoorbeeld de ingang van een winkelcentrum zijn. Ook hier bepaalt de kandidaat zelf hoe hij de parkeeropdracht uitvoert.
Stopopdracht: Verder is een stopopdracht mogelijk. Daarbij moet de kandidaat zo kort mogelijk achter een ander voertuig stoppen, om aansluitend vooruitrijdend weer aan het verkeer deel te nemen. Dit kan zowel aan de linker- als rechterzijde van de rijbaan. Hierbij is het van belang dat de kandidaat een juiste inschatting heeft van de lengte van de neus van de auto. Van deze drie kiest de examinator er twee. Daarnaast kan de examinator steekproefsgewijs de hellingproef laten uitvoeren. Bij de uitvoering van de bijzondere manoeuvres is niet alleen het technische aspect belangrijk. Er wordt vooral ook gelet op de keuzes die daaraan vooraf gaan, zoals de plaats, het moment en de wijze waarop de kandidaat de opdracht uitvoert.
Gevaarherkenning door situatiebevraging: Bij dit nieuwe onderdeel wordt de kandidaat na uitvoering van een veerkeerssituatie gevraagd waarom hij dat op die manier heeft gedaan. Wat of hoe heeft de kandidaat de situatie opgelost en welke afwegingen heeft hij hierbij gemaakt? Het onderdeel wordt al vóór de verkeerssituatie aangekondigd. Zo wordt duidelijk dat het niets te maken heeft met het wel of niet goed uitvoeren van de verkeerstaak.
Zelfreflectie: Voor het examen vult de kandidaat een vragenlijst in, bijvoorbeeld thuis of tijdens de rijlessen. Die lijst geeft hij aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt de antwoorden pas na de examenuitslag en bespreekt samen met de kandidaat de antwoorden. Van belang hierbij is dat de kandidaat een realistisch beeld heeft van zijn eigen capaciteiten en beperkingen als automobilist. Zelfreflectie heeft als doel om het gedrag van de aspirant rijbewijsbezitter op een positieve manier te be?nvloeden. Het is echter geen vaardigheid en wordt daarom niet in de beoordeling meegenomen.
Milieubewust rijgedrag: Voor een beter milieu en voor de eigen portemonnee is het belangrijk dat automobilisten milieubewuster autorijden, dus volgens de principes van Het Nieuwe Rijden. Milieubewust rijgedrag wordt in het vernieuwde rijexamen als een afzonderlijk item beoordeeld. Hierbij wordt vooral gekeken naat het anticiperend rijgedrag, zoals het rijden met een constante snelheid en het maximaal gebruik maken van het rollend vermogen van de auto. Dit draagt niet alleen bij aan vermindering van het brandstofverbruik, het heeft ook een positieve invloed op veilig rijgedrag. Aan dit onderwerp wordt ook in het vernieuwde theorie-examen extra aandacht besteed.
Niet beoordeeld: Het is voor het eerst dat het praktijkexamen een element bevat dat niet meeweegt (zelfreflectie) in de eindbeoordeling. Dat komt omdat het weliswaar voor de verkeersveiligheid en het bewustwordingsproces van de kandidaat een heel belangrijk element is, dat tegelijkertijd moeilijk objectief in een examen te meten is.
Bel me terug
Wil je door ons teruggebeld worden? Gebruik als je een bedrijf bent het zakelijke formulier, anders het formulier voor particulieren. We zullen je zo snel mogelijk opbellen.
Proefles aanvragen
Wil je niet gelijk een heel pakket aankopen, maar eerst kijken of de rijlessen je gaan bevallen? Vraag dan een proefles aan. Ben je na de les tevreden, dan bieden we je op basis van hoe snel je tijdens de proefles hebt geleerd een lespakket aan waar je, als je het er mee eens bent, gelijk mee door kunt gaan.
Veelgestelde vragen
Heb je vragen over de rijlesen of de prijzen? Lees dan de sectie Veelgestelde vragen en vindt antwoord op al je vragen